„In mei 2000 zullen hier diegenen in vergadering bij elkaar zijn, die bij de opbouw van Europa onze opvolgers zijn. […] Zullen wij hun een beeld van tien staten nalaten, die weliswaar een eiland van vrede en welvaart vormen na eeuwenlange oorlogen, maar aarzelen, om voor twee jonge democratieën, die zich nog maar net van het totalitarisme hebben bevrijd, de deur naar Europa op een kier te zetten? Het beeld van een geprivilegieerd Europa, dat toekijkt, hoe de derde en de vierde wereld in kommer en kwel ten onder gaan. Het beeld van een gemeenschap, die midden in een zware economische crisis toestaat, dat de Japanse robots miljoenen Europese werknemers van hun arbeidsplaatsen verdrijven en ze werkloos maken?”