[...] “Ik droom van een Europa dat jong is, dat nog altijd een moeder kan zijn: een moeder die leeft, omdat ze leven respecteert en hoop biedt aan het leven. Ik droom van een Europa dat zorgt voor het kind, dat broederlijke hulp biedt aan de arme en degene, die hier toevlucht zoekt, omdat hij niets meer heeft en een schuilplaats zoekt. Ik droom van een Europa dat luistert naar de zieken en ouderen, hen waardeert, opdat ze niet worden afgedankt als onproductief afval. Ik droom van een Europa waar migrant zijn geen misdaad is, maar veelmeer een beroep op meer betrokkenheid, omwille van de waardigheid van ieder mens. Ik droom van een Europa waar jonge mensen de zuivere lucht van eerlijkheid kunnen inademen, waar ze genieten van de schoonheid van een cultuur en waar een simpel leven niet wordt bezoedeld door de eindeloze behoeftes van het consumentisme; waar trouwen en kinderen krijgen verantwoordelijkheid en grote vreugde met zich meebrengen, en geen probleem vormen omdat de nodige arbeidszekerheid ontbreekt. Ik droom van een Europa van families, waar effectieve politiek wordt toegespitst op gezichten en niet op nummers, waar geboortes belangrijker zijn dan het vergaren van goederen. Ik droom van een Europa waar de rechten van iedereen worden toegejuicht en beschermd, zonder de plichten ten aanzien van ons allen te verzuimen. Ik droom van een Europa waarvan niet zal worden gezegd dat respect en inzet voor mensenrechten zijn laatste utopie was.”