[...] “Als burger van een grensgebied is men vanzelf onbewust een Europeaan. Voor één ieder die in de naoorlogse periode is opgegroeid in deze microkosmos in het Duits-Nederlands-Belgische grensgebied geldt dat onze ervaring met de grenzen ons heeft gevormd. Voor ons allemaal was het deel van onze dagelijkse beleving binnen enge, door houten slagbomen gedemarqueerde grenzen te leven.
Grenzen met lange wachtrijen wanneer men ’s weekends over de grens zijn boodschappen deed of familie bezocht. Grenzen die vanwege een voetbalwedstrijd ook wel eens werden gesloten. We hebben allemaal ervaren hoe restrictief grenzen kunnen zijn en hoe bevrijdend het voelt als ze worden geopend. Er geeft vrijwel niets dat voor mij de verworvenheden van de Europese integratie meer belichaamt dan de open grenzen. Alhoewel het openen van de grenzen uiteindelijk de eindstreep was van een lang proces waarin andere grenzen werden overwonnen– culturele, economische en taal.
Wij zijn de verdeeldheid te boven gekomen door eenheid te creëren. Dat is de boodschap van Europa: met eenheid de verdeeldheid overwinnen. Daarom stel ik mij ook zo fervent op tegen een ieder die ons deze vrijheid wil nemen. Wie weer grenzen wil invoeren, wil ons opnieuw scheiden! [...]
De kerngedachte is Europa – verdeeldheid door de grensoverschrijdende samenwerking van naties en volkeren te overwinnen – en deze gedachte is onbetwist. Maar steeds minder mensen associëren deze gedachte met de EU. De vraag is nu, is dit reden genoeg om deze gedachte op te geven of moeten we de EU begrijpelijker en efficiënter maken? Ik kies ervoor de EU begrijpelijker en efficiënter te maken om deze grootse kerngedachte vooruit te helpen.
Daarom ben ik als voorzitter van het Europees Parlement aangetreden, om de deuren en ramen van het huis Europa te openen. Zodat de mensen naar binnen kunnen kijken en duidelijk wordt wat hier gebeurt – wie wat waar en waarom doet. Alleen zo kan het vertrouwen dat we hebben verloren weer worden teruggewonnen.
Dit is het gemeenschappelijk doel van mijzelf, de voorzitter van de Europese Raad, de Commissie en de Karelsprijswinnaars Donald Tusk en Jean-Cleade Juncker.
Wantrouwen schept afgunst. Vertrouwen creëert toekomstperspectief. [...]
Iedere generatie is zowel erfgenaam als erflater. Mijn generatie heeft het huis Europa geërfd van haar grondleggers. Deze moedige generatie mannen en vrouwen heeft uit onze tragische geschiedenis de consequentie getrokken onze interesses onlosmakelijk met elkaar te verbinden, zodat oorlog voeren onmogelijk zou worden en we slechts gezamenlijk de uitdagingen zouden kunnen aangaan. Wat wij hebben bereikt als Europeanen is in mijn ogen de grootste verworvenheid in de beschaving van het Europese continent sinds de verlichting. Deze moedige beslissing verschaft ons al 70 jaar lang vrede en democratie en na de val van de Muur 25 jaar geleden geldt dit eindelijk voor heel Europa.
Het is de verantwoordelijkheid van mijn generatie dit Europees huis niet als ruïne aan onze kinderen na te laten. Dit is de taak die ons de oprichters van de Karelsprijs hebben gegeven in de jaren ‘50, toen de stad zelf in puin lag.
Om de Europese integratie voor onze kinderen te waarborgen, moeten wij het verloren vertrouwen terugwinnen en Europa eindelijk begrijpelijker maken, Europa een vertrouwd gezicht geven. [...]
Zeer geëerde dames en heren,
Hoe verder men van Europa weg is, hoe sterker men de kracht voelt die van de Europese gedachte uitgaat en hoe enthousiaster de mensen reageren op de Europese eenwording. Op de Majdan wappert onze Europese vlag. Voor mensen van over de hele wereld staat Europa voor de verdediging van menswaardigheid. Europa is synoniem met de hoop op een betere toekomst.
Daarom laat Aken vandaag deze boodschap horen: kunnen we eindelijk ophouden kwaad te spreken over de EU. We hebben gezamenlijk zo veel bereikt – met name wij Duitsers moeten dat niet uit het oog verliezen: vijanden werden vrienden, dictaturen werden democratieën, grenzen werden geopend, de grootste en rijkste binnenmarkt van de wereld gecreëerd. We hebben mensenrechten en persvrijheid, kennen geen doodstraf en geen kinderarbeid. Waarom mogen wij daarop niet trots zijn?
In ons Europees huis wonen veel verschillende families en er zijn enkele nieuwe families ingetrokken. Het gaat er turbulent aan toe, soms te luidruchtig maar ondanks alles altijd vriendelijk. Wij hebben dit geweldige huis van onze ouders geërfd. Het is iets verouderd en daarom zeg ik: laten we het moderniseren, zodat het zijn glans terugkrijgt. Ik voel me hopelijk net als u: ik ben dankbaar dat ik een bewoner van dit huis mag zijn.”