„Het vervult ons met bijzondere trots, dat Amerika, de dochter van Europa, een gedeelte van zijn erfenis terug heeft betaald door Europa in zijn duisterste ogenblik met idealisme en ressourcen te hulp kwam en het zodoende de Europeanen mogelijk maakte, om initiatieven te nemen, die Europa zijn historische rol terug zouden geven. […]. In die traditie zijn de eenheid van Europa en het Atlantische partnerschap niet met elkaar in tegenspraak, maar vullen ze elkaar aan. […] Het Westen heeft vandaag de dag te lijden onder de consequenties van vroegere successen. Een vredesperiode van de duur van een mensenleeftijd heeft aan de Europese zijde van de Atlantische Oceaan de verleiding doen ontstaan, om zich uit de relatie tussen de supermachten los te maken. Aan de Amerikaanse zijde zijn er tekenen, dat er een opnieuw een historisch isolationisme opduikt - juist ook omdat het zwaartepunt van het land zich naar het Westen verlegt. Maar Amerika, de dochter van Europa, kan zijn erfenis evenmin de rug toekeren, als Europa zijn redding in een illusoire equidistantie van de zogenaamde supermachten kan vinden, waartoe Europa zelf inderdaad zou moeten behoren.”