„Europa is een machtsfactor - minder vanwege zijn militaire dan wel veeleer vanwege zijn economische en culturele draagkracht. Zijn geestelijke sterkte berust erop, zich niet in een zwart-wit-logica in te spinnen. In de plaats van collectieve bezettingen komen nu individuele, en wel tot vreugde van de participanten, die krachtens hun persoonlijke relaties uitstijgen boven het nationale. Voorliefdes, bezienswaardigheden en wellicht ook kunstwerken kunnen meehelpen, om een zintuigelijke communicatie tussen de Europeanen tot stand te brengen. De Europese associatie is niet het resultaat van gemeenschappelijke besluiten, maar eerder omgekeerd: regeringen hebben iets besloten, wat sowieso gebeurt. Zo is een Europese literatuur tot ontwikkeling gekomen, nog voordat iemand de idee van een vreedzame en vrijwillige politieke associatie kon ontwikkelen. Wat is het, dat Europa bij elkaar houdt? In eerste lijn de cultuur en haar kunstenaars.”