„De centrale uitdaging voor Europa luidt niet langer slechts, de vrede in de Europese Unie te bewaren. […] We hebben in globale kwesties nog niet de invloed, die we zouden moeten hebben. Wij zijn minder dan de som van onze bestanddelen. Daarom dienen wij in de werkelijk belangrijke kwesties nauwer samen te werken en van de subsidiariteit gebruik te maken, om ons niet met vele van de minder belangrijke kwesties te bemoeien. Integratie, waar nodig. Decentralisatie, waar mogelijk. De Raad van Europa - de Europese staatshoofden en regeringsleiders - dient terug te keren tot zijn oorspronkelijke rol, namelijk duidelijke strategische doelstellingen vast te stellen. en als partners met een sterke Commissie samen te werken, om deze te bereiken. […] Onze eerste fase was vrede in de EU; onze tweede fase is het aangaan van de nieuwe globale uitdaging. In de volgende era dient het erom te gaan, hoe wij Europa's sterkte, macht en verantwoording tegenover de buitenwereld opbouwen.”