„Ook vandaag probeert Europa […] de eenheid van zijn cultuur, zijn christelijke beschaving politiek en economisch concreet tot uitdrukking te brengen. De weg naar de realisatie van dit ideaal is lang en moeizaam. Desondanks hebben we nu reeds een vooruitgang geboekt waarvan we een paar jaar geleden nog dachten dat die onmogelijk zou zijn. […] We moeten dus optimistisch zijn, omdat we geloven dat we aan de vooravond staan […] van de vorming van een federale overheid, die niet zo maar een gezamenlijk orgaan van de lidstaten is, maar drager van supranationale belangen, die hiervoor de desbetreffende bevoegdheden zal krijgen en dat wij […] op weg zijn naar een hogere vorm van confederatie […]. De versteviging en de verbreding van de macht van deze federale instellingen moeten echter wel gelijke tred houden met de ontwikkeling van een Europese mentaliteit.”